Martijn in Frankrijk

"Niet nadenken maar gewoon doen!" | 3 maanden in Frankrijk!

Ik kan me nog goed de eerste dag hier op school herinneren, dat ik mijn klaslokaal binnenliep en vrolijk zei: “Bonjour, je suis étrange!” wat betekent; “Hallo, ik ben raar!”. Waarop de docent me gauw lachend corrigeerde; “Je bedoelt vast ‘je suis étranger’”, wat ‘ik ben buitenlands’ betekent.

Ik dacht hier vandaag aan terug en moest er nu zelf ook wel om lachen. Inmiddels hoor ik duidelijk het verschil en kan ik niet begrijpen hoe ik dat toen zo heb kunnen zeggen. Dit merk ik met steeds meer dingen, wat dus betekent dat mijn Frans toch ongemerkt aan het verbeteren is! Al 3 maanden leef ik mijn leven als Fransman op een Franse school en in een Frans gezin. In het begin keek ik sommige Fransen weleens vragend aan als ze iets ‘geks’ deden, totdat ik besefte dat gek ook maar relatief is. Wat voor mij normaal is, is voor hen waarschijnlijk weer gek! Inmiddels kijk ik van sommige Franse trekjes niet eens meer op, ik doe er zelfs vaak gewoon aan mee!

Een goed voorbeeld hiervan vind ik het eten. Als ik denk aan een typische Nederlandse maaltijd, dan denk ik aan aardappels, groenten en vlees. Voor Fransen vallen aardappelen onder groenten. In plaats van aardappelen, eten we hier in Frankrijk stokbrood bij elke maaltijd. Stokbrood, groenten en vlees, dat is waar een Franse maaltijd uit bestaat.Laatst zei mijn gastmoeder heel enthousiast: “Vandaag eten we ‘des patates’! Dat klonk grappig, want patates in het Frans zijn gewoon aardappelen! Het feit dat ze het zo enthousiast zei vond ik ook grappig, want voor mij is er niks bijzonders aan ‘gewoon’ aardappelen, terwijl het in mijn gastgezin heel speciaal is als ze eens in de maand aardappelen eten!

Na opgeschept te hebben, begonnen mijn gastouders heel geconcentreerd hun aardappels in stukjes te snijden, net zoals ze dat doen bij alle andere groenten. Even keek ik ze vragend aan, maar vlak voordat ik mijn aardappels - als een echte Nederlander - met mijn vork wilde platstampen en er vervolgens jus overheen wilde gooien, herinnerde ik mezelf eraan dat ik nu een Fransman ben. Dus tegen mijn eigen gewoontes in, at ik mijn aardappels netjes gesneden ‘op z’n Frans’!

In de afgelopen 3 maanden heb ik al veel gedaan en gezien. Ik ben onder andere een week naar Parijs geweest. De reis naar Parijs was georganiseerd vanuit CEI, de Franse partnerorganisatie die ook mijn school en gastgezin hier geregeld heeft. De eerste activiteit was het beklimmen van de Eiffeltoren. Hoewel, we namen de lift en dus stonden we zonder een traptrede aan te raken al binnen een minuut boven. Toen ik bovenop de Eiffeltoren stond, hoorde ik ineens iets bekends. Ik hoorde echte Nederlandse klanken, zoals ik die in maanden niet meer in het echt gehoord had. Terwijl een mevrouw een foto nam van haar kinderen, hoorde ik haar ze in het Nederlands voorstellen om even iemand te zoeken die een foto van hen samen zou kunnen maken. Ik stond naast ze en kon als mede-Nederlander natuurlijk alles gewoon verstaan. “Ik kan wel even een foto van jullie samen maken hoor”, stelde ik voor. Nadat ik de Nederlanders blij had gemaakt met hun foto, liep ik overrompeld weer terug naar de rest van mijn groep. Ik kan het niet eens in woorden omschrijven, maar het was zo een ontzettend bijzonder moment, om midden in Frankrijk, ineens iemand Nederlands te horen praten. Mijn eigen taal, die ik al maanden niet meer in het echt gehoord had.

Naast het bezoek aan de Eiffeltoren maakten we een boottocht over de Seine, brachten we een bezoekje aan het Louvre, de Notre-Dame, de Sacre-Coeur en Montmartre. We zijn zelfs een dagje naar Disneyland geweest. Maar toch vond ik het allerleukste om leeftijdsgenoten van over de hele wereld te ontmoeten. Mexico, Duitsland, Brazilië, Amerika, Colombia en Spanje zijn zomaar een paar landen waar iedereen zoal vandaan kwam!

Het was heel leuk om te zien hoe iedereen z’n eigen gewoontes heeft meegebracht uit zijn of haar eigen land. Iedereen vond het natuurlijk ook leuk om te vertellen over zijn eigen land! Zo viel mijn oog gelijk op iemands telefoonhoesje, waar heel groot het Heineken-logo op stond. Het Nederlandse biermerk blijkt ongekend populair te zijn over de hele wereld. Ik denk dat het hier in Frankrijk zelfs nog tien keer zo bekend en populair is als in Nederland. Je zou dus denken dat het me niet eens meer opvalt, maar het tegendeel is waar. Vol trots vertelde ik dat het een Nederlands product is, en het dus uit MIJN land komt. Ook toen op de radio Martin Garrix gedraaid werd kon ik vertellen dat deze nummer 1-dj Nederlands is.

Hoewel ik Frankrijk een hartstikke leuk en mooi land vind, zorgt het er wel voor dat ik op een of andere manier steeds trotser wordt op mijn eigen Nederlandse nationaliteit en taal. Veel mensen weten niet eens dat bijvoorbeeld ‘die ene onleesbare’ tekst op de verpakking van veel producten, Nederlands is. Vol trots lees ik het ze dan ook voor, waarna iedereen me met grote ogen aankijkt. Zo heb ik alle andere uitwisselingsstudenten veel mogen vertellen over mijn mooie landje, maar heb ik ook veel geleerd over hun landen. Wist je bijvoorbeeld dat ze in Colombia nog nooit van seizoenen gehoord hebben, omdat het er toch alle dagen minstens 20 graden is?

Zoveel verschillende nationaliteiten zorgen ook voor veel verschillende talen bij elkaar. In eerste instantie begonnen we allemaal gauw in het Frans tegen elkaar te praten, de meesten konden echter ook goed Engels, dus uiteindelijk schakelden de gesprekken vaak over op het Engels. Met de Duitsers praatte ik gewoon mee in het Duits en de Spaanstaligen probéérde ik aan te spreken in het Spaans. Dit had als gevolg dat we eigenlijk heel veel verschillende talen door elkaar met elkaar spraken. Het was in ieder geval een hele ervaring om met ‘vreemden’ (van over de hele wereld!), die ik daarvoor nog nooit gezien had door een van de grootste steden van Europa te lopen, alsof het de normaalste zaak van de wereld was.

Ik heb een video gemaakt samen met mijn internationale vrienden.

Het ‘internationale’ is trouwens ook wat ik zo leuk vind aan mijn school. Naast mij zitten er namelijk nog anderen op school die van over de hele wereld komen. We kunnen uren met elkaar praten over elkaars landen en talen.Laatst ontdekten we bijvoorbeeld dat eenzelfde haan anders kraait in verschillende landen. Ik weet niet anders dan dat een haan ‘kukeleku’ zegt. Maar iemand uit Amerika reageerde: “Nee de haan doet ‘cock-a-doodle-do”. “Wat!?” zei iemand die uit Oostenrijk komt, “een haan zegt ‘kikeriki’!Het lijkt zoiets kleins, maar toch kun je gewoon niet begrepen worden in een andere taal als je als Nederlander aankomt met ‘kukeleku’.

Nog zoiets maakte ik laatst thuis mee. Mijn gastzusje liet me iets smerigs zien, waarop ik zei: “ah bah!”. Door mijn gezichtsuitdrukking snapte ze wel wat ik bedoelde, maar ik zag in haar ogen dat ze niet honderd procent begreep wat ik wilde zeggen. De volgende dag werd het duidelijker voor me, toen ze zelf iets vies zag, en keihard “berk!” riep. Blijkbaar gebruiken Fransen dus het woord ‘berk’ om te zeggen dat ze iets smerig vinden, en begrijpen ze helemaal niet het woord ‘bah’, zoals wij dat in het Nederlands zouden zeggen!

Wanneer ik dit soort kleine dingetjes leer, besef ik me goed hoeveel profijt ik heb van het leven in Frankrijk. Ik had door middel van een boek nóóit geleerd hoe je bepaalde gevoelens moet uitdrukken in het Frans, bijvoorbeeld dus met ‘berk’. Wil je dat soort dingen leren, dan moet je gewoon onder de Fransen zijn. Ik ben me er vaak niet eens bewust van, maar ongemerkt blijf ik zo Franse woorden leren.

Ik zat laatst op de bank tv te kijken toen mijn kleine gastzusje mij vroeg om mijn mening over haar ingekleurde kleurplaat. Ik zei dat ik ‘m heel mooi vond, en vervolgens floepte er zo een andere Franse zin uit: “Mais il ne faut pas déborder!”, zei ik. Ik keek ervan op, want wat betekende deze zin eigenlijk? Mijn Franse gedachten waren mijn Nederlandse voor geweest! Voordat ik in het Nederlands een reactie kon bedenken op haar kleurplaat, had ik al in het Frans gereageerd. Toen ik erover na ging denken, kwam ik tot de conclusie dat ik wilde zeggen “Niet buiten de lijntjes kleuren he!”

Als ik eerst aan het Nederlands gedacht zou hebben, dan zou ik geprobeerd hebben om mijn zin letterlijk te vertalen. ‘Buiten de lijntjes’ zou zijn ‘en dehors des lignes’. Maar mijn Franse gedachten wisten heel goed dat je dat niet zo zegt in het Frans! De volgende dag herinnerde ik me ineens weer hoe het kwam dat ik wist dat dit zo wordt gezegd. Toen ik in één van de eerste weken op school iets moest in kleuren vertelde een klasgenoot me dat ik niet moest ‘déborder’! Blijkbaar heb ik dat onbewust toen toch ergens opgeslagen!En zo gebeurt dat met heel veel uitspraken, de volgorde van woorden in een zin en vooral veel grammatica. Alles wat ik hoor, sla ik ergens op, en vervolgens weet ik weken later nog hoe ik iets moet zeggen terwijl ik geen idee heb hoe ik er bij kom.

De Franse grammatica is heel erg uitgebreid en zeker niet makkelijk om te leren, maar omdat de Fransen veel verschillende werkwoorden gebruiken, hoor en onthoud ik vanzelf hoe ik ze moet vervoegen. Nu ik zoveel met de Franse taal bezig ben, laat me dat ook heel erg nadenken over taal in het algemeen. Soms wil ik iets zeggen in het Nederlands, maar kan ik niet op de juiste woorden komen. Ik weet dan wat ik in het Frans zou zeggen, maar het is niet mogelijk om het woord letterlijk te vertalen, omdat het dan zijn betekenis verliest. Er zijn heel veel woorden in het Nederlands die simpelweg gewoon niet bestaan in het Frans. Als ik in het Frans wil zeggen dat iemand slim is, dan zal ik het Franse woord ‘intelligent’ moeten gebruiken, maar dat woord bestaat in het Nederlands ook, en in het Nederlands heeft slim en intelligent net niet helemaal dezelfde betekenis! Daarentegen zijn er ook weer Franse woorden die in het Nederlands niet bestaan! Terwijl wij gewoon kunnen spreken over een jas, zijn er in het Frans ontzettend veel woorden met de betekenis ‘jas’. Heeft de jas een bondkraag, is ‘ie lang of slechts tot de heupen en van welke stof is ‘ie gemaakt? Een ‘manteau’ is geen ‘parka’, een ‘veste’ is geen ‘doudoune’ en een ‘imperméable’ is geen ‘paletot’ en ook geen ‘blouson’, terwijl we ze in het Nederlands eigenlijk allemaal gewoon jassen noemen.

Het feit dat ik woon en naar school ga in Frankrijk, betekent ook dat ik gelijk ben aan mijn klasgenoten. Toen we tijdens de literatuurles laatst Franse teksten behandelden, gaf de lerares een aantal leerlingen de beurt om voor te lezen. En ja, ook ik kwam aan de beurt. Even zweten was het wel, want een Franse tekst voorlezen is echt niet makkelijk. De helft van wat er staat wordt niet eens uitgesproken, en daar komt bij dat ik zo veel mogelijk wil proberen om mijn Nederlandse accent te verbergen. Dat het spannend was, probeerde ik maar gewoon te vergeten. ‘Gewoon doen en niet nadenken’, dacht ik bij mezelf voordat ik begon met voorlezen. En het is ook dat motto dat me al heel ver heeft gebracht hier in Frankrijk. Ik wil niet gezien worden als een toerist, maar als een inwoner van Frankrijk. Ik heb dan ook nog nooit in het Engels gepraat in het openbaar. Toen ik op het station wat vroeg aan de conducteur, deed ik dat in het Frans. Zelfs toen hij na een tijdje merkte dat Frans niet mijn moedertaal is en dingen in het Engels begon uit te leggen, bleef ik reageren in het Frans. Ik denk niet aan de mogelijke fouten die ik kan maken, maar probeer gewoon te zeggen wat ik wil.

Ik ga regelmatig op mijn vrije woensdagmiddag met mijn internationale vrienden de stad in. Afgelopen week bezochten we hetzelfde restaurant als waar we in het begin van het schooljaar ook al gegeten hadden. Dezelfde vriendelijke ober hielp ons, hij herkende ons nog en wist dat we van over de hele wereld komen. Hij vroeg me of hij ons in het Engels moest helpen. Ik vertelde dat hij gewoon Frans tegen me kon praten, en nadat ik mijn bestelling gedaan had zei hij me dat ‘ie mijn Frans enorm verbeterd vond, vergeleken met de vorige keer. Toch leuk om te horen, dat door een échte Fransman wordt opgemerkt dat mijn Frans vooruit gaat!

Hoewel, zelf ben ik nu natuurlijk eigenlijk ook een echte Fransman!

Reacties

Reacties

G.lippmann

Wat hebben we weer een mooi verhaal gelezen geweldig , geniet er van en veel succes met je Franse taal maar dat zal zeker gaan lukkengroeten uit Loenen

Antoon Driessen

Martijn: bedankt voor weer een boeiende histoire. Mooi, die scène over het aardappelsnijden. Wat heb je al veel gezien! Die Eiffeltoren; oeps! Je bent wel heel opmerkzaam; ziet alles. Moet ook wel voor een aankomend journalist (???) Bij het lezen van je mooie verslag werd ik sterk herinnerd aan mijn boek (nou ja, boek) 'Mijn tour de France', dat ik schreef na mijn militarte oefening in La Courtine, 1959. Warempel dezelfde stijl als de jouwe! Genen?
Heel interessant vind ik die filosofie over dat taalgebruik. Berk staat inderdaad in mijn woordenboek. Ik zou schatten dat je berque zou moeten schrijven.
Martijn ga zo door, veel succes verder en laat je de aardappelen niet van het bord eten (persiflage van: kaas van het brood eten). Nom de dieu!
Groeten,

(oud-oom) Antoon Driessen uit Lichtenvoorde

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!